Hoe maak jij het verschil in Leiden?

‘In mijn werk in het LUMC zet ik mij voor de volle 100% in voor de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen en vaccins ter bestrijding van infectieziekten. In het bijzonder houd ik mij bezig met armoede-gerelateerde infectieziekten. Met name in de infectieziektebestrijding zie je een enorme ongelijkheid tussen arm en rijk. Dat zag je al in Nederland gedurende de COVID-19 pandemie, waarbij mensen uit minder bedeelde wijken harder getroffen werden. Maar nog veel sterker is dat op wereldschaal, waarbij mensen uit lage- en middeninkomenslanden vaker infecties hebben – zo overlijden er veel meer kinderen aan longontsteking of diarree op het Afrikaanse continent ten opzichte van Europa. Er is minder toegang tot zorg en geneesmiddelen, maar er wordt ook simpelweg minder geïnvesteerd in onderzoek naar infecties die vooral arme populaties treft. Dat vind ik principieel onjuist.’

Waar ben je nog meer goed in?

‘Ik ben gezegend met een flinke portie energie en vind het leuk om over mijn vak te vertellen. Zo probeer ik de volgende generaties artsen en onderzoekers te boeien en op te leiden tot zelfbewuste wereldburgers, die zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid voor alle lagen van de bevolking. En natuurlijk te enthousiasmeren voor het vak van infectieziekten. Gelukkig lukt het me vaak om mensen te motiveren en te activeren om, net als ik, op hun eigen manier bij te dragen. De uitdagingen op mijn vakgebied zijn zo groot, uiteindelijk kan niemand het alleen en zullen we dus samen de schouders eronder moeten zetten.’

Wat is een belangrijke drijfveer van jou, in je werk of persoonlijk?

‘Ik heb veel gereisd en van de wereld mogen zien. Ik heb van heel dichtbij mogen ervaren hoe veerkrachtig mensen zijn, hoe ze ondanks alle ellende en onfortuinlijke omstandigheden toch blijven vechten en werken voor een beter bestaan. Dat doet mij realiseren hoe bevoorrecht ik ben, en hoe belangrijk het is om juist vanuit mijn positie hier aandacht voor te vragen en het onderzoek naar armoede-gerelateerde infectieziekten te blijven aanjagen.’

Waar mogen/kunnen mensen je voor benaderen?

‘Ik ben altijd enthousiast om nieuwe samenwerkingen aan te gaan!’

Wat vind je goed gelukt in Leiden?

‘De Universiteit Leiden is internationaal georiënteerd en maatschappelijk bewogen. Bovendien geniet ik in Leiden van een lange traditie van saamhorigheid en opkomen voor minderheden – de protestlezing van Cleveringa is daar een mooi voorbeeld van. Ik probeer daar vanuit mijn expertise aan bij te dragen.’

Wat zou je tegen jonge Leidse meiden willen zeggen die het verschil willen maken?

Ga ervoor!’