Aya

Ezawa

mijn lijfspreuk

Werk

Universiteit Leiden
Diversity officer

Netwerk

a.e.ezawa@bb.leidenuniv.nl

Reden van voordracht

Als diversity officer van de Universiteit Leiden zet zij zich in om een diverse en inclusieve universiteit tot stand te brengen.

Het verhaal van

Aya

Wat is eigenlijk een diversity officier?
“Mijn rol is vooral agenderen en aanjagen van diversiteit binnen de organisatie en het vormen van het beleid. Ik geef advies aan collega’s van verschillende afdelingen en faculteiten. Diversiteit en inclusie gaat om meer dan de aanwezigheid van studenten en medewerkers met verschillende achtergronden; het gaat om de manier waarop wij dingen doen. Om iedereen gelijke kansen te bieden is het belangrijk dat onderwijs inclusief is. Docenten moeten proberen alle studenten te bereiken. Kijken hoe ze hun colleges interessant en aantrekkelijk kunnen maken voor iedereen. Als je je prettig voelt, leer je meer.
Diversiteit gaat verder dan gender, het gaat ook om etniciteit, nationaliteit, sociale klasse, functiebeperking en seksuele oriëntatie. Ik probeer mensen in te laten zien dat problemen die mensen ondervinden vanwege hun gender identiteit, geaardheid of achtergrond niet hun probleem is, maar van het systeem. Als je specifiek naar vrouwen op de universiteit kijkt, dan zie je dat de helft of meer van de studenten vrouwelijk zijn maar dat dit het percentage van vrouwelijke hoogleraren bij 30% ligt. Wat gebeurt er onderweg?
Je wilt dat de universiteit een afspiegeling is van de samenleving. Een diverse gezelschap leidt tot bredere en dus betere discussies. Historisch gezien was een universitaire opleiding een privilege van de rijkere mensen, en nog steeds zie je dat jongeren die ouders hebben met een hogere opleiding vaker doorstromen naar de universiteit. Daarmee laat je veel talent liggen en moet je je afvragen of je daadwerkelijk gelijke kansen biedt.”

Waar heb je het verschil mee gemaakt in 2019?
“Ik ben in 2019 begonnen als diverisity officer. In het begin heb ik me vooral toegelegd op het maken van verbinding. En ik heb etnische diversiteit en racisme geagendeerd. Ik heb me sterk gemaakt voor inclusief onderwijs. Dat heb ik echt op de agenda gezet. Maar dat is een proces. Niet iets dat je binnen een of twee jaar afrondt.”

Wat heeft 2020 jou gebracht?
“Het is natuurlijk een enorme verandering in dit coronajaar. De hoeveelheid videocalls is echt een fysieke uitdaging. En het is moeilijker om de gemeenschap te zien en te voelen. Je merkt nu hoe belangrijk die kleine ontmoetingen op de gang zijn, waarbij je snel even iets bespreekt waar je niet zo gauw een afspraak voor maakt.
En je ziet ook dat er ook andere zaken boven komen drijven, zichtbaar worden gemaakt. Zoals wie heeft een goede, eigen werkplek thuis, heb je een goedwerkende laptop, wie heeft schoolgaande kinderen die ze moeten begeleiden bij het schoolwerk, wie is mantelzorger voor een huisgenoot of een familielid. Ik zie het bij studenten en medewerkers.
Je zou zeggen met de pandemie heeft iedereen te maken, maar je ziet toch dat de crisis heel anders wordt ervaren. En dat het uitmaakt of je goede middelen hebt zodat je toegang hebt tot alle faciliteiten. Ik denk dat het de urgentie verhoogt om iets te doen aan toegankelijkheid voor iedereen.
En ik zie ook heel erg veel beweging en daar ben ik heel blij mee. Inclusiviteit moet onderdeel worden van het gewone werk. Van al het onderwijs, onderzoek en beleid. Niet een extraatje voor erbij als je dat leuk vindt.”

Wat vind je ervan dat je op die lijst staat de Leidse vrouwen TOP50?
“Een leuke verrassing en uiteraard ben ik vereerd. Erkenning is fijn. Ik heb niet het idee dat ik al heel veel bereikt heb, dus ik zie het als een aanmoediging en een opdracht. En ik zie het ook als een manier om de universiteit meer met de stad te verbinden. Ik ben iemand die normaal gesproken liever op de achtergrond blijft, maar ik zie dit nu als een podium en ik vind ook dat ik meer zichtbaar moet zijn.
Het grappige is als je in de media meer zichtbaar wordt, zoals bijvoorbeeld in de lokale krant, dan spreken mensen uit de buurt je daar op aan. Bij de tandarts of op het schoolplein. Dat is goed, we moeten meer samenwerken, uit onze eigen bubbel komen.”

Heb je zelf een rolmodel?
“Ik heb wat moeite met het begrip rolmodel, klinkt teveel als een ideaalbeeld dat je verheerlijkt. Het is vooral belangrijk jezelf te zijn en niet te proberen iemand anders te zijn. Van mijn ouders heb ik ook altijd meegekregen zelf mijn weg te kiezen. Zaken zelf op te lossen.
Maar ik kan andere vrouwen wel inspirerend vinden. Zoals Jacinda Ardern, de minister-president van Nieuw-Zeeland. Ik vind dat zij inclusief leiderschap laat zien dat anders maar wel heel effectief is. Maar ik zie haar niet als een rolmodel voor mij persoonlijk want ik ben geen politicus.
En daarom omschrijf ik mezelf ook niet gauw als een rolmodel.

Wat zijn jouw doelen voor het komende jaar?
“We moeten racisme meer bespreekbaar maken. Ik ga met iedereen het gesprek aan. Je moet naar elkaar luisteren en dat moet je ook oefenen. We moeten meer bewustwording creëren.
Al die ontwikkelingen in het afgelopen jaar maken duidelijk dat inclusiviteit in het onderwijs belangrijk is. Hoe bespreek je zwarte piet, hoe bespreek je terrorisme? De dialoog aangaan is van wezenlijk belang. En ook onze online omgevingen zijn niet altijd inclusief en voor iedereen toegankelijk en daar moeten we ook meer naar gaan kijken en oplossingen gaan zoeken.
En dat geldt net zo goed voor studenten als voor medewerkers.

Heb je een goede netwerktip?
“Het voordeel van al die online bijeenkomsten is volgens mij wel dat je nu veel meer mensen nationaal en internationaal kunt ontmoeten. Al is het dan digitaal, wat niet altijd optimaal is en waarbij je ok wel wat mist. Maar het scheelt heel veel reistijd en je kan mensen ontmoeten die je anders nooit zou ontmoeten. Je kunt je wellicht wel vrijmaken voor een uur videobellen, terwijl je er niet voor naar een andere stad of een ander land zou reizen.
Ik zag het ook in een van mijn colleges. We konden niet echt naar Japan toe, maar we gingen wel online een uitwisseling doen. Mijn studenten hebben dat heel goed opgepakt en er van alles omheen georganiseerd, een presentatie, quiz en gesprek. Het is een kans om op een veilige manier uit je bubbel te stappen en met een bredere blik naar de wereld te kijken.”